Translate
Saturday, 15 December 2007
Andere Tijden - De Adel (3)
Max baron van Hövell tot Westerflier groeide in de jaren zestig op als baron in de buurt van Nijmegen: 'Het begon al op de lagere school, dan kwam de schooltandarts met een grote bus en hij riep dan de kinderen. Iedere keer werden alle namen van het lijstje voluit voorgelezen, inclusief titulatuur, en dan keken die kinderen heel gek, ik vond dat niet leuk.' Als hij op zijn fietsje naar school fietste, renden ze hem achterna en riepen: 'Daar gaat de baron!'
In de jaren zeventig ging hij studeren aan de Nijmeegse universiteit en daar was het helemaal 'not done' om baron te zijn. Een stropdas was al niet goed, laat staan een titel. En hij had allebei. Max: 'Er werd veel over politiek gesproken toen. Vooral over linkse politiek. Maar ook Che Guevarra of Mao, daar gingen hele discussies over, over wie nou het beste was. Maar ik vond de één nog slechter dan de ander...' Zijn medestudenten bekeken de baron met enige argwaan. 'Je moest zelf alles presteren in het leven en je niet laten voorstaan op je ouders, omdat je vader geld had of naam of wat dan ook. Dat was niet in. Dat was een soort socialisme van na de oorlog dat toen helemaal tot een climax kwam,' vertelt Max.
De sfeer in het Nijmeegse vond hij zeer benauwend, alsof ze overal op de loer lagen. Toch liet hij zich niet intimideren en koos ervoor om tegen de rode stroom in wèl voor zijn titel van baron uit te komen. Niet dat hij ermee te koop liep, dat zou niet des adels zijn, maar hij hield zijn adellijke afkomst zeker niet verborgen.
In diezelfde periode studeerde jonkheer Piet Van Beyma aan de Tropische Landbouwschool in Deventer. Hij was zeer begaan met het onrecht in de wereld en koos ervoor om eind jaren zestig te gaan werken bij de Stichting Nederlandse Vrijwilligers in Ethiopië en in Kameroen. Hij leefde als jonkheer tussen de vaak hongerende bevolking: 'Dan leer je wel wat menselijke wijsheden zijn.' Toen hij terugkeerde in Nederland had hij er moeite mee dat hij vaak met 'jonkheer' werd aangesproken of omgeroepen. Hij wilde zich niet laten voorstaan op zijn titel. Maar in het dorp waar hij woonde, vonden vooral anderen het erg interessant, zo'n jonkheer in de buurt. Sprookjesverhalen deden de ronde; hij zou vast veel geld hebben en ergens een kasteel bezitten....
In tegenstelling tot Max ging Piet de strijd aan om van zijn predikaat jonkheer áf te komen. Hij wilde uit de adelstand. De Hoge Raad van Adel, adviesorgaan van de Minister van Binnenlandse Zaken wat betreft verzoeken tot verlening van adeldom, wist niet wat zij met dit opmerkelijke verzoek aan moest. Dat personen de strijd aangingen om in de adel opgenomen te worden, was nog voorstelbaar, maar dat iemand op eigen verzoek uit de adel wilde, was hoogst bizar. De Hoge Raad weigerde aan het verzoek te voldoen. Een adellijke titel was een gunst van de vorst, zoiets kon niet zomaar ongedaan gemaakt worden! Van Beyma moest bij Minister van Binnenlandse Zaken Rietkerk komen die hem op andere gedachten probeerde te brengen. Hoe meer tegenwerking Van Beyma kreeg, hoe meer hij zich gesterkt voelde in zijn strijd. Uiteindelijk lukte het hem in 1984. Hij kreeg formeel de bevestiging dat hij geen jonkheer meer was. In het rode boekje was hij een zwarte vlek geworden.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment