Translate
Thursday, 27 March 2008
Rangen en standen in Nederland
Het kan natuurlijk zo zijn dat u aanwezig was op het feest dat op het omslag staat afgebeeld; het kan, maar erg waarschijnlijk is dat niet. De foto is gemaakt op het Debutantenbal in het Kurhaus te Scheveningen, een jaarlijks terugkerend feest voor kinderen van de Nederlandse elite. Bijzonder moeilijk om daar binnen te komen, nee, onmogelijk zelfs, tenzij u bent opgegroeid in de hoogste kringen in dit land.
Nederland is een open samenleving, zo horen we dikwijls. Iemand wordt wat hij waard is en wie vlijtig is, goed geschoold en in het bezit van een flinke dosis ambitie, kan het ver schoppen. Het is een gangbare gedachte die onder meer wordt verspreid door mensen die zelf deel uitmaken van de upper class. “De elite is een meritocratie,” zei Martijn Sanders (oud-directeur van het Amsterdamse Concertgebouw, kunstpaus en legendarisch netwerker) twee jaar geleden tegen de Volkskrant. “Je moet je in Nederland wél waarmaken.” Zoiets klinkt geruststellend uit de mond van een notabele; reden voor veel mensen om het dan ook maar te geloven.
Edoch, de werkelijkheid is een tikkeltje anders. Volgens onze redacteur Beatrijs Ritsema, die deze week het omslagartikel schreef, is het niet waar dat hoge posities in de samenleving via eerlijke concurrentie toegankelijk zijn voor iedereen. Het ‘evangelie van de gelijke kansen’ is een veelgehoord leerstuk, maar valt in de praktijk nogal tegen. Waar iemand terechtkomt, wordt in hoge mate bepaald door geboorte, en zo brengt de elite kinderen voort die op hun beurt ook weer deel zullen uitmaken van de elite.
Wie tot deze kaste behoort, doet er alles aan om zijn bevoorrechte positie te bestendigen. Door hard te werken, goed te trouwen, door om te gaan met soortgenoten, goede omgangsvormen, voldoende culturele bagage en last but not least, door nimmer in opspraak te komen. Daarnaast is het uiteraard van belang dat de kinderen een opvoeding krijgen die ze voorbestemt voor een even aantrekkelijke positie in de samenleving.
Twee jaar geleden publiceerde HP/De Tijd een soortgelijk artikel (Nette mensen van de hand van redacteur Kirsten Munk) en daarin sprak socioloog Jaap Dronkers de volgende woorden: “Als je voor een vacature tien kandidaten hebt met precies dezelfde mooie universitaire opleiding, dan kies je voor de mooie achternaam. Dat heeft twee voordelen: de kandidaat heeft toegang tot een deur die voor anderen gesloten blijft, en hij heeft betere manieren.”
Toegang tot een deur die voor anderen gesloten blijft? Jawel, en Munk legde destijds omstandig uit hoe de happy few onopvallend maar zeer doordacht door het leven gaat, en elkaar altijd en overal weet te vinden. Buurt, school, sportclub, vakantiekamp, studierichting, studentenvereniging, eerste baan, partner, huwelijk; heel de levensloop is een stappenplan dat voorziet in de omgang met soortgenoten. En hoe bijzonder aantrekkelijk het leven ook verloopt, nooit blaast men hoog van de toren en er wordt veel aan gedaan om voorspoed en privileges voor de buitenwereld verborgen te houden.
De elite mag zich gelukkig prijzen dat ze vaak nauwelijks onderkend wordt, de beste garantie dat de zaken nog heel lang zullen blijven zoals ze zijn. Nederland egalitair? Het landschap wel, de bevolking geenszins.
Henk Steenhuis
Bron: hpdetijd.nl
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment