Translate

Tuesday 2 January 2007

Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


De bestrijding van directe discriminatie in de wetgeving heeft in ons land een lange historie die begint in de jaren zeventig. Teneinde deze vorm van discriminatie te bestrijden, dienden alle wetsbepalingen gezuiverd te worden van elementen waarin ten nadele van vrouwen rechtstreeks verwezen wordt naar het geslacht, of naar onverbrekelijk met het geslacht verbonden kenmerken. Door de wetgevingsoperatie Anders geregeld, die in 1977 van start ging, is in de jaren tachtig een belangrijk deel van de direct discriminerende bepalingen uit de wetgeving verdwenen.

In 1991 is de Slotnota Anders geregeld aan de Tweede Kamer aangeboden. In de aanbiedingsbrief verklaart de staatssecretaris van SZW dat haar integrale bemoeienis met deze operatie, als coördinerend bewindspersoon emancipatiebeleid, eindigt met de behandeling van deze Slotnota.

Hoeveel waardering de operatie Anders geregeld ook verdient - er zijn weinig lidstaten bij het Verdrag waar de directe discriminatie in de wetgeving zo grondig is aangepakt -, er blijven verschillende punten van aandacht met betrekking tot direct sekseonderscheid in de wetgeving:
(...)
Maatschappelijk minder relevant maar in constitutioneel opzicht even kwestieus, was de weigering van de wetgever om bij de totstandkoming van de Wet op de adeldom het toen gecodificeerde adelsrecht serieus te toetsen aan het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen. [18] De samenhang met het al aanhangige wetsvoorstel tot wijziging van het naamrecht werd door de Kamers aangegrepen om een gedegen bespreking van deze problematiek uit te stellen. Blijkens de aanvaarding van een motie-Scheltema-De Nie is de Tweede Kamer inmiddels tot de conclusie gekomen dat de Wet op de adeldom alsnog in overeenstemming moet worden gebracht met het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen. [19] Het vertoog van de regering dat de adeldom "een historisch instituut" is dat buiten het bereik van het gelijkheidsbeginsel behoort te vallen, gaat niet op. Al was het alleen maar omdat bij de totstandbrenging van de Wet op de adeldom op instigatie van de Kamer de eigentijdse gelijkstelling van wettige, onwettige en adoptiefkinderen in het adelsrecht wettelijk werd vastgelegd. [20]

18 Wet op de adeldom, Stb. 1994, 360.
19 Op 19 december 1996 aanvaardde de Tweede Kamer de motie Scheltema-De Nie c.s. over de overgang van adeldom via de mannelijke en de vrouwelijke lijn. TK 1996-1997, 25039, nr 2.
20 Artikel 3 van de Wet op de adeldom bepaalt: "Adeldom gaat ook volgens de bestaande regelingen met betrekking tot adeldom over op buiten het huwelijk geboren kinderen".

No comments:

Post a Comment