Translate

Friday 27 January 2006

Ook voor de koninklijke paleizen moet OZB worden betaald.

De gemeente ‘s Gravenhage heeft voor de paleizen Huis ten Bosch en Noordeinde beide een WOZ-waarde vastgesteld. De Rijksgebouwendienst is van mening dat de vastgestelde WOZ-waarden van de koninklijke paleizen beide nihil moeten zijn. De Rijksgebouwendienst is deze mening toegedaan omdat de paleizen op grond van het Besluit Aanwijzing Paleizen bij de koningin in gebruik zijn en niet verkocht mogen worden. Volgens de Hoge Raad zijn de beperkingen die in het besluit staan niet relevant vanwege de in de Wet WOZ geldende overdrachtsfictie. Deze fictie houdt in dat de onroerende zaak gewaardeerd dient te worden alsof de volle en onbezwaarde eigendom ervan zou kunnen worden overgedragen. Doordat de Staat niet wettelijk is gehouden om de paleizen ter beschikking te stellen aan de koningin wordt de WOZ-waarde niet beïnvloed en kan een waarde in het economische verkeer worden vastgesteld.

Aan de orde is de vraag of de waarde van de paleizen voor de Wet WOZ op nihil of op de waarde in het economische verkeer moet worden vastgesteld. In principe dient volgens de Wet WOZ de waarde te worden vastgesteld op de waarde in het economische verkeer. De Rijksgebouwendienst vindt echter dat de waarden in deze gevallen op nihil dienen te worden vastgesteld, omdat de paleizen op basis van het Besluit Aanwijzing Paleizen niet mogen worden verkocht en alleen mogen worden gebruikt door de koningin. Hierdoor hebben de paleizen voor potentiële kopers geen gebruiksmogelijkheden.

Het Hof is het met de argumenten van de Rijksgebouwendienst niet eens. In de Wet WOZ staat namelijk dat bij het bepalen van de waarde van de onroerende zaak als uitgangspunt geldt dat de volle en onbezwaarde eigendom ervan zou kunnen worden overgedragen, de zogenaamde overdrachtsfictie en dat de verkrijger de zaak in de staat waarin deze zich bevindt onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen, de zogenaamde verkrijgingsfictie., De mening van het Hof is dat het om een subjectieve gebruiksbeperking gaat die geen invloed heeft op de WOZ-waarde.

De Rijksgebouwendienst voert bij de Hoge Raad aan dat in deze gevallen de overdrachtsfictie en de verkrijgingsfictie niet aan de orde zijn omdat van objectieve belemmeringen sprake is die de mogelijkheid van vervreemding van de onroerende zaken verhinderen en geen gebruiksmogelijkheden voor derden opleveren. De waarde voor beide paleizen moet daarom volgens de Rijksgebouwendienst nihil zijn.
De Hoge Raad verklaart het beroep van de Rijksgebouwendienst ongegrond. De WOZ-waarden van de paleizen dienen dus op de (volle) waarde in het economische verkeer te worden vastgesteld.

Bron: Hoge Raad, 2 december 2005, LJN: AQ7121, 39631 en Hoge Raad, 2 december 2005 LJN: AQ 7130, 39632

Bron: www.nl.pwc.com

No comments:

Post a Comment