Translate
Monday, 12 September 2005
De Europese adel discussieert over zijn maatschappelijke rol
Wat kan de adel nog voor de maatschappij betekenen? Over die vraag discussieerden 300 mensen zaterdag. ,,Als wij walgen van de politiek, zal de politiek worden overheerst door de walgelijken''.
Een naam kan een last zijn. Dat is het eerste dat opvalt aan de deelnemerslijst van het zeventiende Congres van de Europese Adel. Een Schimmelpenninck Van der Oye, Zu Lowenstein-Wertheim-Freudenberg, Dei Marchesi Di San Filippo e Sorso, Bloys van Treslong, Versélewel de Witt Hamer, De Magaz Carello de Albornos, of een Van der Borch tot Verwolde, kan moeilijk glazenwasser worden.
Afgelopen weekeinde waren zij en ongeveer driehonderd collega's bijeen in de Haagse Sociëteit De Witte om te discussiëren over de vraag wat de adel anno 2005 kan betekenen voor de maatschappij. Het congres, dat donderdag begon met een ontvangst door burgemeester Deetman van Den Haag, werd zaterdag afgesloten met een bal.
In de jaren zestig en zeventig was het stil rond de club van historisch gepriviligieerden, maar nu familie en traditie weer tellen en geschiedenis in de mode is, bezint ook de oude `ménagerie du roi' zich op haar mogelijkheden. Of liever gezegd: op haar verantwoordelijkheden. Want al is de staatsrechtelijke rol van de adel overal in Europa lang geleden afgeschaft, veel adellijken blijken deze nog steeds te voelen. ,,Een kwestie van opvoeding'', is dat volgens jonkheer Frans van Nispen tot Pannerden, lid van de Hoge Raad van Adel, het administratiekantoor van de adel in Nederland.
Misschien zijn het de achternamen die lezen als gedichten, die de leden van de adel het gevoel geven dat zij iets bijzonders moeten doen. Dat dit niet altijd lukt, was reden om te bespreken hoe aan dat verantwoordelijkheidsgevoel vorm gegeven kan worden. De Nederlandse Adelsvereniging organiseerde het congres onder paraplu van de Europese Commissie van de Adel, opgericht in 1957 met als doel de adel in het naoorlogse democratische Europa een rol te laten spelen. Die rol bleef tot dusver beperkt tot de bouw van een eigen netwerk in onder meer Nederland, Italië, Duitsland, Portugal, Rusland, Spanje en Zweden.
In Nederland zijn nog ongeveer 10.000 personen van adel, van wie een duizendtal zich actief met de adellijke identiteit bezighoudt. Het is niet moeilijk om de Nederlandse adel bij elkaar te krijgen, want de leden kennen elkaar bijna allemaal. In de negentiende eeuw trouwde adel vrijwel uitsluitend met adel, waardoor iedereen (verre) familie is van iedereen. De Nederlandse adel is sinds zijn ontstaan een eigen soort `stam' gaan vormen, met een eigen cultuur en een eigen `dialect'.
Alhoewel de eigen cultuur is verwaterd en veel adel zoals dat heet, is `verburgerlijkt' en niet meer onderling trouwt, is het `ons-soort-mensen-gevoel' nog steeds aanwezig. De adel heeft bovendien nog altijd bovengemiddeld veel leden op hoge posten. Zo leidde jonkheer Carel Jan Reigersman, ex-voorzitter van Hollandse Beton Groep, zaterdag een discussie over de rol van de adel in het bedrijfsleven. En de commissaris van de koningin in Limburg, B.J. baron Van Voorst tot Voorst, was gespreksleider in een discussie over de rol van de adel binnen de overheid.
Geen van de deelnemers aan deze discussie vond dat de adel zich te veel als groep moet manifesteren. ,,In de moderne tijd moet je je adeldom niet benadrukken'', zei D. baron Von Maltzahn ,,Je moet gewoon je best doen.'' De opdracht van adellijken is om hun titel te ,,rechtvaardigen'', vond de Franse generaal C. Clarke de Dromatin.
Gewone mensen hebben rechten, de adel heeft vooral plichten, vond hij. Dat rechtvaardigen van de titel doe je niet door je afzijdig te houden, daar was iedereen het over eens. Het fatsoen waarmee de adel zich onderscheidt, heeft haar te afwachtend gemaakt, zei de Belgische graaf Henri de Beauffort. De adel moet leren om vuile handen te maken, vond hij. ,,Als wij walgen van de politiek, zal de politiek worden overheerst door de walgelijken''.
Jonkheer J. P. de Savornin Lohman, chef kabinet & protocol bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, sneed het heikele thema aan van de `nieuwe rijken', de mediasterren zoals voetballer David Beckham, die de adel in status voorbij streven. Op die nieuwkomers is maar eén antwoord, vond hij: ,,Trouw blijven aan onszelf en aan onze achtergrond''. Maar de vraag waarmee de adel zich dan precies van anderen onderscheidt, bleek moeilijk te beantwoorden. Er werd gesproken over een adellijke `ethische standaard' maar hoe gemeenschappelijk die standaard is en waarin die verschilt van de gangbare christelijke moraal, werd niet duidelijk.
Het Koninklijk Huis, het instituut waar de adel haar titels aan te danken heeft, hecht aan die normen en waarden van de adel in ieder geval niet meer zoveel betekenis. De Oranjes trouwen liever met gewone burgers. Niet de deelnemers aan het congres en hun families, maar volkszanger René Froger en zijn vrouw, Natasja, horen nu tot de vaste entourage van de toekomstige koning van Nederland. Geen enkel probleem, vond Van Nispen van Pannerden de `ontrouw' van de Oranjes. Het maakt volgens hem juist duidelijk dat ze ,,midden in de samenleving'' staan.
De adel heeft vooral plichten
Door Daniela Hooghiemstra
NRC 12-09-2005
Labels:
Berend-Jan baron van Voorst tot Voorst,
C. Clarke de Dromatin,
Daniela Hooghiemstra,
Henri de Beauffort,
Jonkheer Frans van Nispen tot Pannerden,
Jonkheer J. P. de Savornin Lohman
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment